Ninove telt twee nieuwe ereburgers onder haar inwoners: Kevin Van der Perren (schaatser) en Wesley Sonck (voetballer).
De belangrijkste vergadering van het jaar
“Carnaval is heilig voor mij. Het feest kan bij ons soms al op vrij dag starten, met het klaarzetten van alles wat we mee willen nemen. En het eindigt op dinsdag; meestal ben ik een van de overblijvers. Dan volgen twee dagen recuperatie. (lacht) Als je niet met carnaval bent opgegroeid, kan je het moeilijk vatten, merk ik bij vrienden. Maar ik ben er groot mee geworden, zeg maar, ik vier het al van toen ik een jaar of vijf was. Voor mij zijn dat dagen van pure ontspanning, waarbij voetbal niet telt. Ik deed en doe alles voor mijn vak, maar met carnaval moeten ze mij met rust laten. (lacht) Al jaren lopen we in de stoet met z’n drieën: Steve, Hans en ik. Midden december komen we bijeen om de Ninoofse actualiteit van het voorbije jaar te bespreken en er een onderwerp uit te kiezen, waarmee we aan de slag gaan. Als je ons bezig zou horen, lijkt het de belangrijkste vergadering van het jaar. (lacht) Maar dat is gewoon de max, hé. Ik was dan ook enorm, enorm ontgoocheld toen ik hoorde dat carnaval dit jaar niet door kan gaan.”
De ideale ligging
“Je behoudt toch een band met de stad waar je opgroeit. Ik woonde onder meer in Amsterdam, Aken en Limburg en moet al in een huis of twaalf gewoond hebben. Maar ik koos toch opnieuw voor Ninove. Natuurlijk zit m’n familie daar voor iets tussen; mijn moeder en kinderen wonen hier. Al heb ik er dan weer geen probleem mee om elders te wonen. Ik ben nogal zelfstandig, en zie dezelfde karaktertrek bij m’n dochter. Het zou me niets verbazen, mocht ze op een dag zeggen dat ze naar het buitenland trekt. Maar ik blijf voorlopig hier. (lacht) Onze stad heeft trouwens een ideale ligging, heel centraal tussen Gent en Brussel. Eén maand per jaar trek ik wel naar zee, naar Knokke. Ik doe dat nu al een jaar of tien. De eerste keer was toen ik bij Club Brugge speelde. In het begin reed ik soms wel drie keer per dag op en neer naar de club voor de trainingen en wedstrijden, maar dat was onhoudbaar. Ik heb toen voor het eerst een appartement in Knokke gehuurd voor een maand, en ben dat jaarlijks blijven doen.”
Sport heeft geen geheimen
“De eerste keer dat ik mocht trainen bij KVK Ninove, had ik mijn tas op dinsdag avond al klaargezet voor de training van woensdag, uit contentement. 5,5 jaar was ik toen, en ik ben tot m’n 16de bij KVK gebleven, om dan naar RWD Molenbeek te gaan. Van jongs af mocht ik wedstrijden mee spelen met de hogere leeftijds categorieën. Toen ik zeven was, speelde ik matchen met de gasten van 10 jaar. En ik speelde veel, tot wel drie wedstrijden per weekend. Ook buiten de club deed ik weinig anders dan shotten. Je kon mij op vier plekken vinden: bij ons aan het café (voormalig café Madelon in de Dwarsstraat, red.), waar we op straat shotten, op het grasveld aan de Abdijstraat, op het veld achter het college (het huidige Hartencollege, campus Weggevoerdenstraat, red.) of in het stadspark. In het park waren we altijd met de grootste groep; de bomen waren onze doelpalen. Prof worden was toen nog een verre droom, maar wel een waar ik alles voor over had. Ik kan me niet voor stellen dat iemand meer toerkes in het stadspark heeft gelopen dan ik. (lacht) Ik zeg vaak ‘sport heeft geen geheimen’: de ene heeft iets meer talent dan de andere, maar je moet ook gewoon heel veel trainen. Tussen m’n 12de en 16de was ik bijvoorbeeld redelijk mollig. Ik groeide in de breedte in plaats van in de lengte (lacht), en dat terwijl ik geen uur per dag in de zetel zat. Ik merkte tijdens de match dat andere gasten met evenveel of meer talent me zouden voorbij steken. Dus ben ik nog meer gaan trainen en lopen. Als je goed wil worden in iets, moet je ervoor werken, of dat nu op school is, of op het voetbalveld. En je moet het ook graag doen natuurlijk. Maar wat is er toffer dan shotten?” (lacht)